De Duitse revolutie 1918-1919 Sebastian Haffner.
De Duitse revolutie van 1918 was een sociaal-democratische revolutie die door de sociaal-democratische leiders werd neergeslagen. Het is een gebeurtenis die zijn weerga in de wereldgeschiedenis nauwelijks kent.
Haffner had een duidelijke mening over de revolutie van 1918-1919 die hij niet onder stoelen of banken stak. In het woord vooraf schrijft hij dat Bismarck een formeel-staatkunig kader had geschapen waarbinnen de sociaal-democratie zich kon ontplooien. Het is de Duitsers echter niet gelukt om een sociaal-democratische staat te vormen. Het Duitse rijk is uiteindelijk in verkeerde handen gevallen, die van Hitler, en ten onder gegaan. Haffner verklaart zonder omwegen dat gedurende de tijd dat het Duitse rijk heeft bestaan, 1871-1945, de sociaal-democraten de moed noch de kracht hebben opgebracht zich daadwerkelijk van de macht meester te maken. Dit verwijt hij hen.
De Duitse revolutie van 1918 is in de ogen van Haffner door de eigen leiders neergeslagen, hoe dit heeft kunnen gebeuren is het onderwerp van dit boek.
In het essay ‘Sebastian Haffner – realist en romanticus.’, van Ronald Havenaar, achter in het boek, betoogt Havenaar dat Haffner niet alleen staat met zijn oordeel dat de linkse verdeeldheid van beslissende betekenis is geweest voor het mislukken van de revolutie. ‘Haffner behoort tot een stroming die hardnekkig gelooft in de romantische mythe van een eenheid die Weimar had kunnen redden.’ Of Havenaar hier gelijk in heeft moet je als lezer zelf beoordelen.
Voor we aan de revolutie toe komen wordt eerst een beeld geschetst van de bijna vijftig jaar lange proloog op de revolutie. Onder Bismarck hadden de sociaal-democraten het niet makkelijk, ze wilden revolutie, maar wachtten het juiste moment af. In 1898 na het ontslag van Bismarck stonden de sociaal-democraten niet langer buitenspel, sterker nog, ze plaats nemen in het parlement. Haffner schrijft enigszins cynisch: ‘Ze konden voortaan het veilige, aangename en interessante bestaan van parlementaire notabelen leiden.’
Na Bismarck liet keizer Wilhelm II de teugels vieren, er kwam een binnenlandse ontspanning die vooral bereikt werd door alle negatieve gevoelens op het buitenland te richten. De prijs daarvoor was uiteindelijk hoog: de oorlog. Toen het eenmaal oorlog was steunden de sociaal-democraten het Duitse keizerrijk, er was geen sprake meer van plannen maken voor een revolutie.
Wat dan volgt vind ik zeer interessant, ik vind het moeilijk om te zien wat nu exact de reden voor de Eerste wereldoorlog geweest is, de moord op de kroonprins van het Oostenrijks-Hongaarse rijk is alleen een aanleiding. Haffner schrijft dat de SPD, de sociaal-democraten, voelde, en zijns inziens terecht, dat de oorlog een gevolg was van een kwarteeuw imperialistische, agressieve buitenlandse politiek. De Duitse arbeiders en de Duitse sociaal-democratie had van deze buitenlandse politiek geprofiteerd en moesten nu de gevolgen dragen.
Twee invloedrijke mannen werden de leiders van Duitsland, niet de keizer, en ook niet de regering, al had de SPD heel wat in te brengen. De werkelijke macht kwam bij het leger te liggen, en aan het hoofd daarvan stonden Paul von Hindenburg en Erich Ludendorff.
De regering wilde op een gegeven moment vrede door onderhandelingen, het leger wilde echter vrede door de overwinning. Niemand in de top van het Duitse rijk had ooit gedacht dat er ook verloren kon worden, de Duitsers hadden veel gewonnen, de oorlog vond plaats op vijandelijk gebied en Rusland had al een gedwongen vredesverdrag getekend.
In het hoofdstuk ’29 september 1918’, gaat Haffner in op de persoon Ludendorff en de enorme macht die hij had, in wezen de macht van een dictator. Alleen Hitler zou hem later overtreffen. Ludendorff geloofde lang, en op het laatst tegen beter weten in, in de Duitse overwinning. Toen hij wist dat de nederlaag onontkoombaar was wilde hij de eer van het leger redden, het verzoek tot wapenstilstand moest uitgaan van de regering, niet van het opperbevel. Vandaar het zeer ongebruikelijke feit dat een burgerpoliticus en niet een generaal werd belast met de leiding van de wapenstilstandsdelegatie. Haffner beschrijft de weg naar het verzoek tot wapenstilstand en alle gevolgen, zoals het aftreden van de keizer. In 1919 werd in Weimar de nieuwe grondwet van de Duitse republiek vastgesteld. De Duitse republiek heette officieel nog steeds het Duitse Rijk, maar werd ook wel de Weimarrepubliek genoemd.
De redenen die er op wezen dat Duitsland de oorlog ging verliezen lijken sterk op die van de Tweede Wereldoorlog zo’n 25 jaar later: bondgenoten stortten in, vanuit Italië naderden geallieerde legers, de Roemeense olievelden gingen verloren, aan het westelijk front trokken de Duitse legers zich terug en er was geen veldtocht meer mogelijk. Haffner schrijft:’ Het was een schimmige periode, de oktobermaand van 1918, een periode tussen oorlog en vrede, tussen keizerrijk en revolutie, tussen militaire dictatuur en parlementaire democratie.’ En, zou ik er aan toe willen voegen, de periode daarna ook.
In duidelijke bondige bewoordingen verhaalt Haffner hoe de revolutie zich ontplooide, waarbij zijn grote kennis weer eens opvalt. Het blijft een bijzonder verhaal, een revolutie die begint bij matrozen in de Kiel, zich vervolgens over het hele land verspreidt en dan na een week beëindigd is.
Iedereen die wat te zeggen had in Duitsland wilde de revolutie stoppen: de keizer, het opperbevel van het leger onder leiding van Hindenburg, de regering onder prins Max von Baden en eveneens de leiding van de sociaal-democratische partij. Ieder vanzelfsprekend met eigen redenen.
De revolutie wordt beschreven in de hoofdstukken ‘9 november’, ‘Het uur van Ebert’ en ’10 november’, en het is wonderlijk dat deze drie hoofdstukken ware ‘page turners’ zijn, dat verwacht je niet van een boek over de Duitse revolutie, maar er gebeurt zoveel in die twee dagen, de situatie verandert soms per uur, dat je gespannen blijft lezen.
Zo vertelt Haffner dat Friedrich Ebert de leiding over Duitsland krijgt. Op de dag dat dat gebeurt komen Revolutionaire Vertrouwensmannen de Rijksdag binnen en vormen daar, in het gebouw waar Ebert dus ook zetelt, een nieuwe regering. Ze doen alsof Ebert niet bestaat.
Zaterdag 9 november was het hoogtepunt van de revolutie, maar al op zondag 10 november werd haar mislukking ingeluid. Het is allemaal heel bijzonder en wordt hier haarfijn uit de doeken gedaan.
Ebert blijft Rijkskanselier en via een geheime verbinding sluit hij een verbond met de opperbevelhebber van het leger. Het leger stelt eisen, Ebert gaat erin mee en vanaf 10 november bespreken de legerleiding en Ebert iedere avond welke maatregelen er genomen moeten worden.
De soldaten die tegen de revolutionairen ingezet worden weigeren dienst, ze zijn de oorlog zat en willen met kerstmis thuis zijn. Het hoofdstuk ‘De crisis van kerstmis 1918’ is bijzonder de gebeurtenissen surreël, Haffner schrijft dat het ‘reële Duitse geschiedenis is, een hoofdstuk waarbij men nooit weet of men moet lachen of huilen.’
De gebeurtenissen vanaf het einde van de Eerste Wereldoorlog leidde er toe dat van januari tot mei 1919 een bloedige burgeroorlog in Duitsland plaatsvond. Op veel plekken gingen de gevechten zelfs door tot in de zomer. Uit deze burgeroorlog zou de Republiek van Weimar ontstaan en het Derde Rijk vond er zijn oorsprong. Zo ontstonden er bijvoorbeeld vrijkorpsen die de strijd voor de SPD-regering voerden op een manier die we later terugzien bij SA en SS. De burgeroorlog werd gevoerd vanwege de arbeiders- en soldatenraden, de regering van Ebert wilde daar vanaf. Hier voerde een sociaal-democratische regering een oorlog tegen de arbeiders.
Medio 1919 was de Duitse revolutie gebroken. Haffners boek beschrijft nauwkeurig hoe dit tot stand is gekomen, het wonderlijke is dat de SPD de strijd won door de door haar zelf opgeroepen contrarevolutie. Een contrarevolutie tegen de revolutie waaraan de SPD in eerste instantie, al was het niet van harte, meedeed.
Lang kon de partij niet de overwinning genieten. Vanuit ‘rechts’ kwamen al snel negatieve geluiden, de sociaal-democraten werden de ‘novembermisdadigers’, ‘de politici van de afzijdigheid’ en de partij die ‘het Duitse leger een dolkstoot in de rug hadden toegebracht.’
De rust was verre van terug, want reeds in maart 1919 vond in Berlijn een staatsgreep plaats. Ook hiervan een uitgebreid verlag, en opnieuw haast spannend als een actiefilm, weer gebeurd er veel in korte tijd. Ebert en de sociaal-democraten uit de regering deden een oproep tot staking. Het is ironisch dat de regering-Ebert bedreigd werd door dezelfde troepen die een jaar geleden op bevel van diezelfde regering de revolutie definitief neergeslagen hadden. Nu werden de arbeiders opgeroepen om te staken en de regering te steunen.
De chaos na de Eerste Wereldoorlog werd steeds groter, het kwam tot een algemene staking, de putschregering die de macht over had genomen was volkomen verlamd, het hele land kwam stil te liggen. In Berlijn was zelfs geen water, gas en elektriciteit meer. Op veel plaatsen gingen de stakingen over in gewapende revolutie. Het kostte de SPD de kop.
In het laatste hoofdstuk gaat Haffner in op drie legenden die over de Duitse revolutie van 1918 worden/werden verspreid. De eerste is volgens Haffner, in ieder geval in 1968, toen het boek verscheen, nog steeds levend en bestaat uit het ontkennen van de revolutie. De SPD wilde niet dat zij met de revolutie in verband werden gebracht en de tweede legende is dan ook dat het een bolsjewistische revolutie betrof, afkomstig uit Rusland. De derde legende is de bekende dolksttotlegende.
Een uitgesproken historicus als Haffner kan natuurlijk rekenen op weerwoorden, het al eerder aangehaalde mooie essay over Haffer, ‘Sebastian Haffner – realist en romanticus’, van Ronald Havenaar besluit dit boek.
Wie eens goed in de revolutie wil duiken moet dit boek zeker lezen.
De Duitse revolutie 1918-1919. De nasleep van de Eerste Wereldoorlog.
Sebastian Haffner
1968 / 2003
Mets & Schilt
Als vervolg op dit boek, en dan met name het hoofdstuk over de drie legenden, las ik ‘De mythe van 1918’ van J.H.J. Andriessen.