Moederstad – Philip Dröge
Ik kom uit een geslacht van daders én slachtoffers, maar geldt dat dan niet voor iedereen? Geschiedenis is ook statistiek: er zijn zoveel slaven geweest in de afgelopen eeuwen en je hebt zoveel voorouderts, er zit altijd wel een overgrootmoeder in ketens tussen. Mocht het ooit tot herstelbetalingen voor de slavernij komen, dan kan ik het geld van mijn broekzak naar mijn vestzak overhevelen. Het toont aan hoe krankzinnig het is om het verleden te behandelen in de rechtzaal van de actualiteit.
In het nawoord schrijft Philip Dröge dat ‘Moederstad’ eigenlijk uit drie boeken bestaat. Het gaat over Jakarta nu en Batavia toen. En dan is er nog het verhaal van de mensen die in de stad wonen en hebben gewoond. De geschiedenis van zijn voormoeders en –vaders fungeert als rode draad.
Dröge is een getalenteerd stilist, ‘vroeger’ wordt bijvoobeeld omschreven als ‘die magische tijd die zich uitstrekt als een lome kat in de zon’ en ‘De geschiedschrijving van voorbije eeuwen in Indonesië bestaat vaak uit Wagneriaanse mythes, maar dan met op hol geslagen gamelans in plaats van gillende Walkuren’. En wat denk je van deze typering van het inmiddels gesloten Hotel des Galeries: ‘Het gebouw combineert een soort Joegoslavische apenrotsarchitectuur met de ethiek van een ranzig Disneyland op speed.’
Dröge pakt kritiek netjes, soms subtiel, in, over Nederlanders in de 16e eeuw in Jakarta, die gekleed gaan in vaderlandse, veel te warme, kleding, schrijft hij: “Overdag zitten de Nederlanders dan ook veelal binnen met de luiken gesloten, om de warmte zo veel mogelijk buiten te sluiten. Hun dagen zijn gevuld met lamlendig nietsdoen in de dampend hete huizen, soms onderbroken door wat zakelijke beslommeringen buiten de deur. Voor het dagelijkse werk hebben ze huisjongens, koks, naaisters en sokkenbreisters gekocht op de slavenmarkt aan de rivier. Die zit heel praktisch naast de kippenmarkt.’ Eén van Dröge’s voorvaderen, David, is verantwoordelijk voor de uitbreiding van de stad, deze David kreeg erkenning, ‘de Chinese arbeiders ploeterden naamloos voort.’
De schrijver heeft zeer veel bronnen gebruikt en is verschillende malen in Indonesië geweest. Hij bezoekt de plaatsen waarover hij schrijft. Op televisie heb ik een hekel aan programma’s waarin de presentator meer in beeld komt dan het onderwerp en waarin de meeste informatie gaat over de ervaringen van de presentator. In boeken kan een combinatie van eigen indrukken en geschiedenis goed uitpakken, denk aan ‘HhhH’. In ‘Moederstad’ is de inbreng van de schrijver een regelrechte verrijking van het boek, dit mede dankzij zijn beeldende schrijftrant, je waant je in Batavia. Het is vooral knap dat Dröge op plaatsen waar niets meer aan vroeger herinnert toch een beeld van lang geleden voor ogen weet te krijgen.
Minder bekende gebeurtenissen, althans voor mij, die grote invloed hebben gehad op Nederland en de kolonie komen aan bod, zoals de de Vierde Engels-Nederlandse Oorlog en de bezetting van Batavia door de Britten in 1811. Nederland was op dat moment in handen van de Fransen zodat de kolonie Engels was en het moederland Frans.
We lezen hoe Batavia vanuit het niets uitgroeit tot een miljoenenstad, een miljoenenstad die verhuizen moet naar Borneo, en wel vanwege de enorme verkeersproblematiek, de luchtvervuiling en omdat de stad flink aan het verzakken is, op sommige plekken wel 10 tot 20 cm per jaar. Jakarta
Gaande het onderzoek naar zijn Indische stamboom wordt de schrijver steeds enthousiaster, en gaande het lezen wordt ook de lezer steeds enthousiaster. ‘Moederstad’ is een meeslepend boek, een plezier om te lezen.
Moederstad
Philip Dröge
2021
Uitgeverij Spectrum