De strijd om Bali – Anne-Lot hoek.
Imperialisme, verzet en onafhankelijkheid 1846-1950
‘Elk dogmatisme, elk koppig niet begrijpen wat de ander denkt en voelt, maakt een werkelijkvruchtbaar bestaan hier onmogelijk’.
Siebe Lijftogt-Nederlandse ambtenaar 1945 in Jakarta.
Bali: in 1597 zette de eerste Hollander, Cornelis de Houtman, er voet aan wal. Vanaf 1846 voerde het gouvernement in Batavia de eerste militaire actie uit om Bali onder Nederlandse controle te brengen, in 1908 was het hele eiland bezet. Om hun posditie in Nederlands-Indië te houden gaf Nederland de inheemse vorsten en adel veel macht. Zo kon het gebeuren dat het volk in bittere armoede leefde terwijl de vorst, bijvoorbeeld Ubud, diamanten en goud kocht van zijn riante salaris, een salaris dat hij verdiende vanwege zijn samenwerking met de Nederlandsers. Verdeel en heers. (blz. 76/77)
Na de Tweede Wereldoorlog erkende Nederland de onafhankelijkheid van Indonesië niet en begon een meer dan vier jaar durende oorlog tegen de voormalige kolonie.
Anne-Lot Hoek spreekt hier over een ‘oorlog’ en niet over een ‘politionele actie’, de tijd dat die benaming werd gebruikt is wel voorbij. Ze merkt op: “Het debat over het Nederlandse militaire optreden in Indonesië lijkt door iedere generatie Nederlanders opnieuw uitgevonden te moeten worden.” Er is lang weggekeken als het gaat om de strijd in Indonesië na 1945. De toemalige regering en vooral de veteranen mochten niet beschadigd worden.
Anne-Lot Hoek heeft geprobeerd een evenwichtig boek te schrijven, het dekolonisatieproces wordt vanuit verschillende standpunten bekeken. Dat daarbij de Nederlandse inbreng veel aandacht krijgt, en niet altijd positief, is onontkoombaar. Althans in 2022 is dat gelukkig onontkoombaar.
De gepropageerde beeldvorming van destijds heeft een lange adem, Hoek zet er mijns inziens een genuanceerd beeld tegenover. Kun je tot een andere interpretatie komen?, ik denk het niet. Dat kan alleen wanneer je de bronnen selectief gebruikt of wanneer je naar een conclusie toewerkt, zoals bijvoorbeeld onlangs gedaan werd in het boek over de verader van Anne Frank.
De aanleiding om zich in het onderwerp te verdiepen was voor de schrijfster een item in een NOS-journaal in 2011, daarin werd verteld dat weduwen op Bali recht op excuses en compensatie hadden. De schrijfster wist niet van het geweld dat in Indonesië gebruikt was. Vervolgens spits zij haar onderzoek toe tot de vraag waarom er op Bali, een eiland dat niet bekend staat als een belangrijk strijdtoneel tijdens de Indonesische onafhankelijksstrijd, en destijds werd gezien als ‘loyaal’ aan Nederland blijkbaar zoveel geweld had plaatsgevonden?
In het eerste hoofdstuk, dat de bezetting van Bali beschrijft, komen we al vroeg de term ‘rust en orde’ tegen, een dorpshoofd weigerde om gedwongen arbeid uit te voeren. Dit dorpshoofd werd door het Nederlandse gezag bestempeld als een man die de ‘rust en orde’ verstoorde.
Aan Nederlandse zijde ontstond ook wel ongemak over het geweld dat op Bali werd gebruikt. Na een bijzonder bloedig optreden van de Nederlandse militairen in 1906 schreven kranten over ‘een slachting’en ‘Nederland heeft weer beschaving gebracht’ – bij een afbeelding van een huilende moeder met een gedood kind.bKoningin Wilhelmina vond het optreden echter heldhaftig genoeg om Rost van Tonningen de Militaire Willems-Orde toe te kennen.
De bezetting door Japan leek in eerste instantie mee te vallen, zo werd bijvoorbeeld het onderwijs verbeterd. Na korte tijd werd de bezetting echter gewelddadig en wreed. De Japanners wilden de bevolking indoctrineren met Japans gedachtengoed. Ze trainden duizenden jongeren, ook op Bali. Er werd een groepsgevoel getraind dat tegen de westerse machten was gericht. De Balinese jongeren kregen onderricht in de toepassing van marteling en geweld, wat een belangrijke rol zou spelen in de revolutie en daarna. De verwachting was bij veel Indonesiërs dat Nederland, net bevrijd van de nazi’s, juist begrip zou hebben voor de Indonesische vrijheidswens. Dat bleek ijdele hoop.
Anne-Lot Hoek wil met dit boek ook laten zien dat de federale dekolonisatiepolitiek wijdverspreid geweld katalyseerde, ook op Bali. Het federale project creëerde geen rust en orde, maar droeg juist bij aan chaos, dood en verderf. Dit wordt onder meer in het sterke slothoofdstuk ‘Reflecties op de strijd’ onderbouwt.
Bali is geen ‘prettig’ boek om te lezen, een hoofdstuktitel als ‘Een theater van geweld en corruptie’ zegt genoeg. Het is een belangrijk boek omdat Anne-Lot Hoek, gebruik makend van een overweldigend aantal bronnen, een duidelijk beeld geeft van deze zwarte bladzijde uit de Nederlandse kolonisatiegeschiedenis.
De strijd om Bali.
Anne-Lot Hoek.
2021
De Bezige Bij.
Andere boeken over dit onderwerp op deze site:
Moederstad – Philip Dröge.
Paula Teutscher – Een eigen ontwerp van liefde – Zendingskind in West Papua: een lange weg naar huis.
Jan Boonstra / Wil Boonstra – Dagboek Indonesië 1946-1949.
Bauke Geessing – De Nederlandse krijgsmacht tijdens de dekolonisatie van Nederlands-Indië 1945-1950.
En binnenkort:
Het oordeel van de tijd van Marius A.P. de Lange.