Nederland

De geur van hooi – Tialda Hoogeveen.

Hoe het boerenleven in Nederland veranderde.

Na een boek over de visserij, ‘Eens ging de zee hier tekeer’ van Eva Vriend nu een boek over landbouw en veeteelt. 

Voor dit boek heeft Tialda Hoogeveen gebruik kunnen maken van dagboeknotities die boer Siebe Peenstra vanaf 1947 bijhield. Ze heeft ook vijf keer met Peenstra gesproken. Daarnaast zijn andere bronnen gebruikt.

Rond blz. 42 staat een mooi verslag van de Elfstedentocht die Siebe Peenstra schaatst. Na de tocht moet hij nog 20 km. schaatsen om thuis te komen, de volgende ochtend, of beter gezegd, enkele uren later, weer op tijd op om de koeien te melken.

Pietje Peenstra, de vrouw van Siebe, haalt in Wommels het gemaaide gras van het land. (Illustratie uit het boek).

De discussie over het Friese platteland die de laatste jaren gevoerd wordt greep Peenstra aan, het raakte hem dat de boeren de schuld kregen van de forse afname van weidevogels. Ook hij mistte de weidevogels, de gonzende insecten en de bloemenweelde. Hoofdschuddend zag hij aan hoe het boerenbedrijf was veranderd en almaar groter en intensiever was geworden.

Siebe Peenstra was een enthousiaste, vooruitstrevende boer en bij veel vernieuwingen was hij de eerste: “Je moet met je tijd meegaan.”, zei hij regelmatig. Dat het boerenbedrijf het landschap drastische veranderde is duidelijk, maar om de boeren de schuld te geven is kort door de bocht omdat de boeren geen andere keuze hadden. Op het moment dat boeren wel konden kiezen werd voor intensieve veeteelt gekozen en wat dat gebracht heeft weten we inmiddels.

Je ziet het boerenbedrijf veranderen en de boeren moesten wel mee. Een greep uit de veranderingen op het bedrijf en privé: Siebe maakt zelf een jakobsladder die werkt op een benzinemoter / Er komt een tractor / Er wordt een radio aangeschaft / Melkmachine / Stikstofkunstmest / Een nieuw soort melkmachine, die is niet sneller, maar er is minder mankracht nodig / Kunstmatige inseminatie. (Het aantal dekinfecties daalt tot vrijwel nul) / Silo. (Men hoeft niet meer in te kuilen) / Ruilverkavelingswet / Sloten en landwegen rechttrekken / Houtwallen, heggen en bomenrijen vervangen door prikkeldraad / Polderdijkjes weghalen / Moderne foktechnieken / Luchtbandwagens / Ander ras koeien / Van melkbus naar melkkoeltank / Het gezin Peenstra krijft een watercloset, een douche, een wastafel en telefoon.

Naast de materieële veranderingen wordt er ook ingezet op geestelijke ontwikkeling, Siebe wordt gevraagd om landbouwvoorlichting te geven, er wordt een bond voor plattelandsvrouwen opgericht etc. 

Zelfs voor Siebe Peenstra ging de ontwikkeling soms te snel, toen hij in 1967 op excursie ging met de Vereniging Bedrijfsvoorlichting kwamen ze bij een boerderij met een loopstal met ligboxen, een torensilo en 90 melkkoeien; een enorm aantal in een tijd dat een Friese boer gemiddeld over 25 koeien beschikte. Siebe beoordeelde de veranderingen niet als goed of slecht, het was gewoon veel en hij kon niet helemaal overzien waar het naartoe ging.

Over de gevolgen op lange termijn werd niet nagedacht, of ze waren niet te overzien. Op blz. 70 staat: ‘Aangedreven door een benzinemotor stond de verijdbare machine op het land te ronken. De geur van slecht verbrande brandstof hing om het apparaat.’ Over luchtvervuiling sprak men nog niet.

Ieder jaar ging Siebe met zijn vrienden eieren zoeken en het viel iedereen op dat er steeds minder eieren gevonden werden. De oorzaak hiervan was giswerk.

Het verhaal leest lekker weg, de vergelijking met Geert Mak is snel gemaakt. Hoewel het lekker wegleest moet je bij het verhaal op blz. 177, het relaas van een moeizaam verlopen bevalling bij één van de koeien, toch een sterke maag hebben. Die gebeurtenis maakt Siebe, en andere boeren die de kalvetrekker gebruikte, trouwens een stuk minder sympathiek. Al de verhalen over boeren die al hun dieren kennen en om ze geven verliezen hier betekenis, het gaat om één ding en dat is geld, dus zelfs als het eigenlijk echt nodig is wordt er geen veearts ingeschakeld want dat kost geld. 

Een beeld dat iedereen zal kennen is dat van eindeloze maisvelden, na 1970 groeidde de teelt van snijmais explosief, vooral op de zandgronden gingen boeren massaal over op deze teelt die de eeuwenlange teelt van rogge verdreef. Landschapsvervuiling, zeiden critici, evenals de grote torensilo’s en de enorme stallen. De karakteristieke weidsheid van het Friese land verdween. (En dan worden de windmolens nog niet eens genoemd.)

‘De geur van hooi’ geeft een mooi overzicht van de ontwikkelingen in het Nederlandse- en speciaal het Friese boerenleven. Het boek laat tevens zien dat de veranderingen, die het platteland zijn nostalgische imago deed verliezen, niet tegen te houden waren. Dat de veranderingen op een gegeven moment leidde tot kistkalveren, legbatterijen en dergelijke is een ander minder fraai verhaal.

Nadat hij stopte als boer ging Siebe onder meer schilderen.

Op NPO1 is een interview met Tialda Hoogeveen over ‘De geur van hooi’ uit mei terug te luisteren.

De geur van hooi.

Tialda Hoogeveen.  

Uitgeverij: Thomas Rap.

2020

Laat een antwoord achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *