Antieke beschavingen

Het wereldrijk van het Tweestromenland – Daan Nijssen.

De krijgsheren werden overmand door angst om de strijd met mij te leveren. Ze verlieten hun tenten en vertrapten onderweg de lijken van hun troepen om hun eigen levens te redden. Hun harten bonkten als jonge duiven die achtervolgd worden. Ze lieten hun hete urine lopen en loosden hun ontlasting in hun strijdwagens. Waar ik ze maar ving, doodde ik de voortvluchtigen, die voor hun leven waren gevlucht, met het zwaard. (Blz. 102).

Sanherib van Assyrië. (RINAP III 22 (Taylor Prism).

Met veel plezier las ik dit boek over de grote oude beschavingen van het Midden-Oosten. Het gaat over drie koninkrijken, maar Nijssen schrijft dat het eigenlijk om één imperium, met Mesopotamië als kernland, gaat, dat van heersende elite wisselde.

Na een blik op wat vooraf ging, onder meer over de stadstaten Soemer en  Akkad, komt het eerste koninkrijk aan bod: het Assyrische.

Het besturen van enorme rijken is eeuwenlang min of meer op dezelfde manier gegaan. Veelal moest een nieuwe vorst, troonopvolger of niet, zich bewijzen, er was een doorlopende strijd om de macht en de vorst ging jaarlijks op oorlogspad, hetzij om nieuw gebied te veroveren, dan wel om bestaand gebied te behouden. Het is bijvoorbeeld een uitzondering wanneer Nebukadnessar in 600/599 een jaar thuis blijft. Hij moest wel, zijn leger moest herstellen van enorme verliezen in het vorige oorlogsjaar. Een voorbeeld van een vorst die zijn positie moest verdedigen is koning Sardon van Assyrië, de eerste tien jaar van zijn regering was hij vooral bezig om opstanden tegen zijn koningschap neer te slaan.

Dat alle strijd het welzijn van de bevolking niet ten goede kwam mag duidelijk zijn, in de tijd dat Sardon zijn positie verdedigde had Babylonië rust met als gevolg dat de handel in de regio opbloeide en de welvaart steeg. Sardon moest echter, als iedere koning, aan zijn volk bewijzen dat de goden hem gunstig gezind waren en daartoe moest hij Babylonië (her)overen en zo begon alles weer opnieuw.

Etemenaki.

Het boek is dan ook een aaneenschakeling van oorlog waarin steden met regelmaat werden verwoest en vervolgens herbouwd. Als je het allemaal leest denk je automatisch, ‘wat een zinloze bedoeling’. Zo veroverde Esarhaddon van Assyrië in 671 Egypte, de Egyptenaren moesten niets van het Assyrische bewind hebben en nadat Esarhaddon vertrokken was namen ze het heft weer in eigen hand. Esarhaddon moest eigenlijk het volgende jaar terug, dat gebeurde echter niet omdat er in Assyrië strubbelingen waren.

Nadat Assyrië aan het einde van de zevende eeuw binnen enkele decennia instortte nam Babylonië de macht over. Veel aandacht in dit hoofdstuk voor de grote koning Nebukadnessar.

Nijssen citeert regelmatig uit het Oude Testament, vooral in het hoofdstuk over Babylonië. In dit hoofdstuk komt de Babylonische ballingschap van het joodse volk aan bod, tijdens deze ballingschap werd een groot deel van het eerste deel van het Oude Testament geschreven.  Wanneer Juda  wordt veroverd, en soms zelfs vernietigd, door Assyrië en later door Babylonië wordt dat gezien als Gods straf voor de ongehoorzaamheden van het joodse volk. Vanzelfsprekend kunnen de veroveraars in de Bijbel niet op positieve woorden rekenen. 

In 533 was de tijd van Babylonië voorbij; Cyrus de Grote van Perzië veroverde Babylonië en een klein aantal koninkrijken dat de regio domineerde. Cyrus de Grote staat bekend als één van de grootste veroveraars uit de wereldgeschiedenis en dat hij, als buitenstaander, de machtsbalans doorbrak en zich meester maakte van vele koninkrijken was een fenomeen dat zich in de geschiedenis zelden zou herhalen. In een kwart eeuw verenigde hij bijna het hele Midden-Oosten in één wereldrijk.

Niet lang na Cyrus komt Darius aan de macht. Omdat hij niet uit de dynastie van Cyrus kwam werd hij niet door iedereen erkend, overal stonden koningen op die zich soeverein verklaarden. Aan Darius de enorme taak om het rijk onder controle te krijgen, zo begon de hele onderneming weer opnieuw.

Afbeelding waarop waarschijnlijk Xerxes te zien is.

Nijssen noemt de beroemde veldtocht van Xerxes naar Griekenland  weliswaarhet ‘Griekse debacle’, maar doet die titel in het hoofdstuk geen eer aan, hij laat regelmatig zien dat het niet zo slecht verlopen is als vaak gedacht wordt. Dat, bijvoorbeeld, het vredesvoorstel aan het einde van de veldtocht een pijnlijke concessie van de kant van de Perzen was noemt hij een te simplistische conclusie. Door de ‘verdeel-en-heers’ constructie zorgde het ervoor dat de Perzen nog lang hun stempel konden drukken op de Griekse politiek, zonder zelf vuile handen te maken.  De veldtocht wordt duidelijk beschreven met een rijkdom aan details.

De geschiedenis die in dit boek vertelt wordt speelt zich over een aantal eeuwen af. De lezer wordt dan ook geconfronteerd met een groot aantal namen en feiten. Het verhaal is echter goed te volgen. Nijssen heeft zich grondig verdiept in dit veelomvattende onderwerp. Het is een goed overzichtsboek dat tevens uitnodigt tot verdieping. Dat vindt de schrijver ook en hij werkt al aan een nieuw boek waarin hij één aspect uit diept.

Het wereldrijk van het tweestromenland.

Daan Nijssen.

2021-09-20 

Omniboek.

Laat een antwoord achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *