Na het achterhuis – Bas von Benda-Beckmann
‘In maart 1945 kwam het einde. Margot, de oudere en beheerstere, overleed […] aan volledige uitputting en vlektyfus. “Nu behoef ik ook niet meer terug te komen,” zei Anne bedroefd. Zij had de strijd na de dood van Margot opgegeven. De strijd tegen het zich schikken in het vreselijke noodlot. En zodra de wilskracht eenmaal gebroken was, kon het einde niet meer lang op zich laten wachten. Enkele dagen later sliep Anne voor altijd in, kalm en rustig.’
Dit boek, 404 bladzijden, is het resultaat van jarenlang onderzoek van de Anne Frank Stichting dat in eerste instantie niet vanwege publicatie in boekvorm gedaan werd. Publicatie voor het grote publiek was dus niet het doel van dit onderzoek, dat het zover toch is gekomen is een goede zaak. Er zijn al verschillende boeken en documentaires over de tijd van de onderduikers na de arrestatie verschenen, dit boek heeft als doel nog preciezer te reconstrueren wat er met deze acht mensen gebeurd is. In het boek wordt gekeken naar de periode na de arrestatie, dat is dus vanaf 4 augustus 1944.
De onderduikers zaten vanaf juli 1942 in het Achterhuis. Nadat Margot Frank een ‘Oproeping’ had ontvangen om zich te melden voor ‘Onder politietoezicht staande werkverruiming’ was de familie ondergedoken.
We maken eerst kennis met de onderduikers, er wordt gekeken naar de omstandigheden die hen noopten Duitsland te ontvluchten en hoe zij in het Achterhuis terecht kwamen. Het is opnieuw bijzonder om te lezen hoe razendsnel de antisemitische terreur na Hitlers machtsovername in januari 1933 staatsbeleid werd. Al in maart werd de landelijke boycotactie, die per 1 april inging, afgekondigd. Vervolgens werden in hoog tempo nieuwe maatregelen afgekondigd die het leven van de Joodse mensen niet alleen moeilijker maakten, maar zelfs regelrecht bedreigden. Vreemd om te lezen dat een multilateraal verdrag uit 1902 in 1938 het huwelijk van de Joodse Fritz Pfeffer met de niet-joodse Charlotte Kaletla in Nederland verhinderd. In de noten staat hoe dit kan.
De verhalen over de nazi-terreur waren voor wie het niet mee maakte niet te geloven, dit merkten ook Fritz Pfeffer en zijn verloofde, Nederlanders konden zich gewoon niet voorstellen dat Duitsers zo waren. Zelfs Nederlandse Joden geloofden het niet!
‘Weet je, je gaat dit niet overleven en dat weet je ook. Maar mocht je het overleven – en ik zorg er wel voor dat dat niet gebeurt – zal niemand geloven wat we jullie hebben aangedaan. Niemand.’
Na de arrestatie, en een kort verblijf in de gevangenis van Amsterdam, werden de gevangenen overgebracht naar Westerbork. De onderduikers kwamen in het strafkamp. In dit hoofdstuk wordt onderzocht of de Joodse mensen wisten wat hen in de concentratiekampen stond te wachten, uit dit onderzoek blijkt dat de (Joodse) bevolking wist van de moordpartijen.
Na 26 dagen Westerbork werden de gevangenen naar Auschwitz gebracht, een zware rit van drie dagen. Van de 1019 personen die uit Westerbork vertrokken werden er bij aankomst in Auschwitz 347 direct vermoord. Drie van de de acht onderduikers bevonden zich ook in de gevarenzone; Anne was bij aankomst 15 jaar – te jong om nuttig te zijn, Otto Frank en Fritz Pfeffer waren 55 jaar – te oud om nuttig te zijn. Omdat er behoefte was aan arbeidsslaven waren de selectiecriteria echter minder streng. Vanaf dat moment waren mannen en vrouwen voorgoed van elkaar gescheiden.
De geschiedenis van Auschwitz wordt bondig uit de doeken gedaan, zo weet de lezer onder welke, erbarmelijke, omstandigheden de Joden moesten leven.
Getuigenissen worden afgewisseld met feiten, op 1 november 1944 gaan Anne en Margot op transport naar Bergen-Belsen. Woorden van hen die dit overleefden maken duidelijk hoe verschrikkelijk het daar was. Een opvallend verschijnsel is de ‘boosheid’ op Anne Frank die bij sommige overleefden bestaat. Deze mensen vinden dat er onevenredig veel aandacht naar Anne uitgaat, iemand zegt: ‘Ik heb er ook gezeten, maar jullie vragen alleen maar naar Anne Frank.’ Een getuige vertelt na de oorlog: ‘Nou, en de beroemde Anne Frank was ook bij ons in de barak, die lag ergens anders, samen met haar zuster in bed. En het enige wat ik me van haar herinner was dat ze de hele dag lag te huilen en dat ze niets wilde en dat ze niets kon, maar dat mag je over Anne Frank niet zeggen.’ Andere getuigen geven een ander beeld van Anne.
In dit boek wordt het einde van de levens van zeven van de onderduikers gereconstrueerd, dat weet je als lezer, je weet ook dat het zeer nauwkeurig gebeurt, wanneer je de verschrikkingen over Bergen-Belsen hebt gelezen en weet hoe intens het lijden was en je toch weer geraakt wordt door de eenzaamheid en pijn die met het overlijden van Margot en Anne gepaard gingen is het voor mij storend als uitgepuzzeld wordt of ze nou in februari of maart overleden, en wanneer dan in februari en waarom toch niet maart. ‘Wat maakt het uit?’ denk ik dan opstandig, maar dat is natuurlijk onredelijk, om feiten gaat het in dit boek evenzeer als om emotie.
Ook het lot van de andere onderduikers wordt uitgebreid onderzocht en beschreven. Tot slot lezen we over de terugtocht naar Amsterdam van Otto Frank, de enige overlevende, en zijn speurtocht naar zijn geliefden. ‘In die maanden ging Otto bijna dagelijks naar het Centraal Station om te wachten op treinen met terugkerende kampoverlevenden, waar hij met foto’s van zijn dochters rondliep op zoek naar iemand die hem kon vertellen wat er met hen was gebeurd. Ook las hij voortdurend de lijsten van slachtoffers en overlevenden door die in kranten verschenen, en plaatste ook zelf advertenties in dagbladen met een verzoek om informatie over zijn dochters.’
De uitgebreide en grote hoeveelheid noten na ieder hoofdstuk vormen een boek op zich, ik heb ze allemaal gelezen omdat ze naast onderbouwing en verantwoording van de tekst ook veel informatie geven.
Het verhaal van de acht onderduikers is bijzonder omdat het door Anne’s dagboek wereldberoemd geworden is, het verhaal over de periode na de arrestatie is een verhaal dat volgens de schrijver van dit boek ‘Een verhaal dat nog miljoenen malen, met lichte variaties, opnieuw verteld kan worden. De door de nazi’s uitgevoerde genocide op de Europese Joden ontnam mensen niet alleen hun waardigheid en leven, maar was ook een bewuste poging alle sporen uit te wissen die iets konden zeg’
Het is goed dat dit wetenschappelijk onderzoek voor het grote publiek in boekvorm verschenen is. Het geeft een goed beeld van wat mensen in de kampen meemaakten, hoe ze tegen het eind van de oorlog van kamp naar kamp gejaagd werden, het zijn verhalen die over alle gevangenen gaan, maar ze vertellen ons tevens hoe het met de acht onderduikers afgelopen is en dat is een onderwerp dat velen bezig houdt, net als de vraag door wie de onderduikers verraden zijn. Dat laatste is geen onderwerp in dit boek. Rijk geïllustreerd. Absolute aanrader.
Na het achterhuis – Anne Frank en de andere onderduikers in de kampen.
Bas von Benda-Beckmann.
Uitgeverij Querido
November 2020