Albert Konrad Gemecker – Lotte Bergen
Commandant van Westerbork.
Voor ik begon aan de in 2019 verschenen door Ad van Liempt geschreven biografie over Albert Gemmeker las ik eerst de biografie over Gemmeker van Lotte Berger nog een keer. Deze biografie verscheen in 2013, ik kocht hem in 2015 bij een bezoek aan kamp Westerbork. Het boekje telt van voorwoord tot het einde 100 bladzijden en dat zegt genoeg over de diepgang van deze biografie. Bergen richt zich op twee vragen: ‘Was Gemmeker een ‘correcte’ kampcommandant?’ en ‘Wist hij werkelijk niet wat er met de gedeporteerde joden gebeurde?’
Onder toeziend oog van Gemmeker vertrok iedere week een trein, lees veewagens, vol joden naar kampen in Oost-Europa. Gemmeker heeft zijn hele leven volgehouden dat hij niet wist wat er met deze mensen gebeurde. Er zijn 107.000 mensen vanuit Nederland getransporteerd, het overgrote deel daarvan via Westerbork.
In de inleiding vestigt Berger onze aandacht op enkele publicaties over Westerbork die de lezer een goed beeld van Westerbork geven. Van deze informatie is die van Philip Mechanicus en Etty Hillesum waarschijnlijk het bekendst, Mechanicus, een journalist, schreef in het kamp in dertien schriften zijn aantekeningen. Een belangrijke bron. Etty schreef niet zoveel, maar haar geschriften vallen op door haar observatievermogen en verfijnd taalgebruik. Mechanicus werd in 1942 gearresteerd omdat hij zonder ster op het achterbalkon van een tram stond, na een periode in Westerbork werd hij op transport gezet naar Auschwitz waar hij op in oktober 1944 werd doodgeschoten.
De locatie van het vluchtelingenkamp, de oorspronkelijke functie van Westerbork, was een probleem. Een locatie bij Elspeet riep weerstand op bij de ANWB, het kamp zou de pracht van de natuur overschaduwen, en ook Koningin Wilhelmina was tegen, het kamp zou op 12 kilometer van paleis ’t Loo komen te liggen en dat was te dichtbij. In de Tweede Kamer werd heftig gedebatteerd over het opzetten van een vluchtelingenkamp, waarbij de NSB zoals te verwachten een verachtelijk standpunt innam. Zo vond men het onzin om iets te betalen voor joodse vluchtelingen: ‘deze mensen hebben niet de gewoonte iets te betalen wanneer zij de kans zien dat iemand ander dit voor hen doet.’ Overigens werden de kosten voor het kamp gedragen door joodse organisaties.
Een voorbeeld van de cynische, wrede manier van leiding geven van Gemmeker is het verhaal van Michiel. Het jongentje werd te vroeg geboren, Gemmeker zette alles op alles om het jongentje te redden, zo werd er een specialist naar Westerbork gehaald en ook werd een couveuse naar het kamp gebracht. Het lukte om het mensje in leven te houden, hij kon uit de couveuse in een wiegje. Toen hij zes pond woog ging hij met zijn moeder op transport, voor de Arbeitseinsatz. Gemmeker hield de kampbevolking voor dat het belangrijk was dat families bij elkaar gehouden werden, dus als de familie van Michieltje weg moet, moet het jongentje mee.
De commandant maakte de mensen duidelijk dat er in de andere kampen prima voorzieningen waren zoals ziekenhuizen en kinderopvang. De kampbewoners wisten echter wel beter, wanneer bekend werd wie er met het wekelijkse transport mee moest speelden zich emotionele taferelen af, men wist dat het slecht af zou lopen.
Na de inleiding volgt een beknopte geschiedenis van Westerbork. Vervolgens wordt aandacht geschonken aan Gemmekers levensloop en zijn gedrag als commandant. Het hoofdstuk over de vraag of hij wist wat er met de joden in Oost-Europa gebeurde wordt gevolgd door een bespiegeling over Gemmekers motieven.
Eén van de hoofdvragen, ‘Wist Gemmeker van het joodse noodlot?’ wordt afgehandeld in een hoofdstuk van 3 bladzijden, een antwoord wordt geformuleerd, maar veel informatie krijg je als lezer natuurlijk niet. Een kenmerk van dit boekje.
In het nawoord van ‘Het verhaal van een Duitser ‘ van Sebastian Haffner, geeft Olivier Pretzel zijn mening over het antwoord dat veel Duitsers na de oorlog gaven op de vraag ‘Hoe kon het zover komen?’, namelijk ‘We hebben van niets geweten’. Dit boek van Sebastian Haffner zo schrijft Pretzel ontkracht dit antwoord ondubbelzinnig: wie niets zag, zag niets omdat hij niets wilde zien.
Dit geldt mijns inziens ook voor het antwoord van Gemmeker, het gaat zelfs verder, Gemmeker zag wel degelijk wat er gaande was, zeker iemand in zijn functie wist precies wat er aan de hand was, maar deed achteraf of hij het niet wist.
Deze biografie is handig voor iemand die in beknopte vorm minimale basisinformatie over Westerbork en Gemmeker wil krijgen. Wat mij betreft wordt te lang stil gestaan bij Gemmeker als ‘correcte’ kampcommandant, de man was net zo slecht als iedere nazi, hij wist het alleen te verbloemen.
Albert Konrad Gemmeker – Commandant van Westerbork
Lotte Bergen
Uitgeverij Aspekt.
2013